Arthrose , Arthrosis
Degeneratie (het aftakelen) van het gewrichtskraakbeen. Oorzaken zijn nog niet bekend.
Als reactie op de verminderde kraakbeen bescherming gaat het bot zijn dragende oppervlak vergroten om de druk op het gewricht te verminderen. Het gewricht kan daardoor uitsteeksels vormen (osteofyten), dikker worden en misvormd raken. Hierdoor worden bewegingen pijnlijk en men krijgt de neiging om het gewricht steeds minder te gaan bewegen. Dit veroorzaakt stijfheid en slapper wordende spieren.
Het treft vaak ouderen maar het kan op elke leeftijd ontstaan. Het kan in alle gewrichten voorkomen maar dikwijls zijn het de heupen, de knieën en de nek die door arthrose als eerste worden aangetast. Door fysiotherapie en/ofhet gebruik van medicijnen kan het proces worden geremd, maar de slijtage zal blijvend zijn. Bij ernstige slijtage kunnen kunstgewrichten ervoor zorgen dat de patiënt zich soepel kan blijven bewegen.
Van alle reumatische aandoeningen komt arthrose het meeste voor en het vaakst bij vrouwen. Bij arthrose raakt het kraakbeen om wat voor reden dan ook ‘onherstelbaar’ beschadigd en kan op den duur uit het gewricht verdwijnen. Door de afname van het kraakbeen neemt de belasting op de botten toe waardoor pijn ontstaat.
Om de diagnose Artrose te stellen, maakt een arts meestal gebruik van een lichamelijk onderzoek. Op basis van de klachten die iemand heeft, wordt gekeken of deze aan Artrose kunnen worden toegeschreven of aan een andere aandoening. De diagnose Arthose wordt dan ook vastgesteld door middel van röntgenfoto’s van het gewricht. Arthrose is niet vast te stellen door middel van een bloedonderzoek.